In een beroepsprofiel wordt de essentie van een vakgebied vastgelegd. Het geeft een beeld van de taken van de professional en wat de beoefenaar van dit vak aan kennis en vaardigheden moet hebben. In het Beroepsprofiel Muziek staat dus wat een musicus voor werk doet. Daarmee laten we aan de maatschappij (ons publiek, onze leerlingen, onze politici) zien waar we voor staan.
In de wet voor het HBO staat dat iedere opleiding gebaseerd moet zijn op een Beroepsprofiel, want alleen als je goed voor ogen hebt wat het beroep inhoud kan je een goede opleiding vormgeven. Op basis van het Beroepsprofiel worden dan de Opleidingsprofielen gemaakt. Een goed beroepsprofiel is dus van groot belang.
Oude Beroepsprofiel
Het huidige Beroepsprofiel Muziek stamt uit 2016. In dit profiel staan de scheppende en uitvoerende musicus centraal. Educatie wordt pas genoemd na Kwaliteit, Ondernemerschap, Presentatie en Communicatie. Educatie wordt vooral gezien als ‘publieksbinding’. In een citaat word gek genoeg aangehaald dat de ‘mixed skillsset’ voor een gecombineerde uitvoerende/lesgevende praktijk vaak tekort schiet. Daarna wordt verwezen naar het beroepsprofiel Docent Muziek, een heel ander vak zoals wij allemaal weten. Je kunt het Beroepsprofiel Muziek 2016 hier vinden:
Beroepsprofiel Muziek 2025
Het Netwerk Muziek – de directeuren van de negen conservatoria – hebben nu opdracht gegeven aan Bureau &Maes om een werkveldonderzoek te doen ten behoeve van een nieuw Beroepsprofiel. Beroepsverenigingen Muziek is daar ook voor uitgenodigd. We hebben inmiddels in verschillende samenstellingen en bijeenkomsten ons beeld van het Beroep Muziek uiteengezet. Er komen er nog twee waar leden van BvM bij aanwezig zullen zijn. We hopen dat het nieuwe profiel ons vak gestructureerder, en met meer nadruk op lesgeven vorm zal krijgen.
Ik zal hieronder een schetsmatig beeld geven wat er ongeveer in ons nieuwe beroepsprofiel zou moeten komen te staan. Het is verre van compleet.
Rollen
Het Beroep Muziek bestaat in mijn optiek uit 3 rollen:
1. De Schepper
De scheppende musicus maakt nieuw werk en onderzoekt (zie ook innovatie). Dat kan het scheppen van nieuw werk zijn (componeren, improviseren), maar ook het vormen van een eigen interpretatie van bestaand werk (studeren), en het maken van een lesplan. Dat kan in een studeerkamer of op locatie.
2. De Uitvoerder
De uitvoerend musicus brengt oude en nieuwe muziek ten gehore en geeft daar een persoonlijke interpretatie aan. Solo, met begeleiding, in een orkest/koor of in een ensemble. De werkplek van de uitvoerend musicus is op een podium of (opname) studio. Maar ook in het onderwijs- of zorginstellingen.
3. De Leraar
Muziekeducatie is het fundament onder het beroep musicus. Alle musici hebben eerst zelf les gehad, en zullen bijna allemaal (90%) uiteindelijk zelf les gaan geven. Goed lesgeven is essentieel voor de instandhouding en kwaliteit van ons vak. Kundige en gedreven lesgevende musici staan aan de basis van een brede interesse en liefde voor muziek in de maatschappij en de opleiding van de toptalenten van morgen. Een lesgevend musicus moet goed Nederlands spreken. De muziekleraar werkt op een muziekschool of heeft een praktijk aan huis, maar kan ook op andere plekken werken.
Kwaliteit
(vakmanschap)
Voor deze drie rollen heeft iedere musicus een hoge graad van beheersing op zijn/haar/hun instrument (ook zang en directie) nodig, meestal getraind vanaf de jongste jeugd, door kundige leraren. Daarnaast heeft de musicus een diepgaande kennis van de muziektheorie, muziekgeschiedenis en uitvoeringspraktijk. Daarbij zijn competenties nodig op het gebied van de didactiek/methodiek/pedagogiek evenals kennis van zeer verschillende muzikale werkvormen (o.a. groepslessen, ensembles leiden) in alle muziekstijlen: jazz, klassiek, pop of wereldmuziek. De meeste musici zullen zich in één, soms twee van deze stijlen specialiseren.
Iedere musicus zal een balans tussen deze 3 rollen moeten vinden, maar zal voor alle drie opgeleid moeten worden.
Sub-rollen
Voor het optimaal kunnen uitvoeren van de 3 professionele rollen van de musicus zijn 5 sub-rollen van belang:
a. De ondernemer (eigen producties, eigen lespraktijk, regels/tarieven/subsidies)
b. De communicator (met cliënten: opdrachtgevers, publiek, leerlingen. Verbaal en geschreven)
c. De samenwerker (binnen en buiten de sector: collega’s (ook beeldend/toneel/dans), belangenbehartigers, andere professionals bv. in de zorg en het onderwijs)
d. De innovator (nieuwe dingen verzinnen, onderzoek, zie ook scheppend). Dit kan in een opleidingsprofiel een 4de rol voor de master worden, namelijk die van ‘onderzoeker’.
e. De professional (life-long learning in beroepsverenigingen (kwaliteit), kennis van belangenbehartigers).
Met deze rollen staat de musicus bovendien in een maatschappij waar hij/zij/het zich in moet verhouden in alle facetten. Daarom moet een beroepsmusicus zich aan veranderingen, bewegingen in de maatschappij kunnen aanpassen.
Locaties en doelgroepen
In het nieuwe Beroepsprofiel kunnen de locaties waar musici werken verder uitgewerkt worden. De verschillende soorten podia en studio’s, de verschillende lesplekken (Muziekscholen bestaan bijna niet meer; maar aan een ‘Muziekschool 2.0’ wordt gewerkt!). Ook de verschillende soorten publiek kunnen benoemd worden: jong, oud, verschillende bevolkingsgroepen, ziek, gezond of met een beperking. Dit alles om de veelzijdigheid van het vak verder te profileren.
Conclusie
Het Beroep Musicus is prachtig, veelzijdig en uitdagend. Met een Beroepsprofiel als dit kunnen we aan de maatschappij laten zien wat we zijn en wat we doen. Aan de opleidingen om onze toekomstige collega’s zo op te leiden dat ze die uitdagingen goed voorbereid aan kunnen gaan. We wensen ze veel succes!
Willemijn van Gent, zangdocent.