In haar column van 12 september in de Volkskrant schetst Marcia Luyten treffend de problemen in de muziekeducatie: het verdwijnen van de gesubsidieerde muziekscholen, het tekort aan (Nederlands sprekende) muziekdocenten en het lage aanzien van muziekonderwijs onder opvoeders in het algemeen.
Welke jongere gaat nog elke maandagavond met een orkest repeteren?
11 september 2023
Pas een jaar geleden begon Rosa in het symfonieorkest en nu al speelt ze eerste fluit. Het was wennen. Rosa kon aardig blazen, maar in een orkest moet je ook goed kunnen tellen; de lege maten, kwart- en achtste noten die je niet speelt tellen om exact op tijd weer in te zetten. Zelf had ik het omgekeerde. Op mijn 9de kwam ik als derde bugel in het fanfareorkest. Spelen kon ik nauwelijks, maar tellen als een meikever. Altijd precies op de juiste eenachtste tel een korte stoot blazen en weer dertig maten zwijgen.
Ik was gelukkig in het orkest en Rosa is dat ook. Haar hele leven hoorde en maakte ze muziek; haar moeder was professioneel operazangeres. In het orkest werd Rosa in rillingen van verrukking opgetild door klanken die ze zelf mee voortbrengt. Nu loopt ze met flyers en plakband in haar tas. Op lantaarnpalen en in de Albert Heijn hangt ze een foldertje: ‘Dringend violisten gezocht’.
Het probleem is niet nieuw, vertelt Rosa’s dirigent. Gestaag daalde de aanwas van musici. De laatste jaren moeten steeds vaker amateurorkesten fuseren, sommigen heffen zich op bij gebrek aan met name violisten. Veel orkesten kleuren grijs.
Over de auteur
Marcia Luyten is journalist en columnist van de Volkskrant. Luyten presenteerde Buitenhof en werkte zes jaar in Afrika. Ook schreef ze onder meer Het geluk van Limburg en de biografie Moederland, de jonge jaren van Máxima Zorreguieta. Columnisten hebben de vrijheid hun mening te geven en hoeven zich niet te houden aan de journalistieke regels voor objectiviteit. Lees hier de richtlijnen van de Volkskrant.
De dirigent is ook vioolleraar en zag het gebeuren. De laatste twintig jaar verdwenen veel door de gemeente gesteunde muziekscholen. In 2011 deelde staatssecretaris Halbe Zijlstra een mokerslag uit. Kritiek op de VVD’er werd onklaar gemaakt door ook deze krant, die de cultuurwereld beschuldigde van ‘de arrogantie van de juiste smaak’. Dat de Nederlandse cultuurwereld een van de meest laagdrempelige, toegankelijke en diverse ter wereld was, deed er niet meer toe. Eenmaal beschuldigd van ‘snobisme’ en ‘een linkse elite-hobby’ kun je alleen nog je zelfingenomen mond houden en toezien hoe publieke cultuur wordt gekortwiekt en de markt de ruimte krijgt. Muziekles werd weer voor kinderen van rijke ouders.
Met het slinken van muzieklessubsidie slonk het aantal jonge violisten. Ook groeit het tekort aan muziekdocenten, want aan conservatoria komt soms de helft van de studenten uit het buitenland. Die spreken geen Nederlands en net afgestudeerde docenten zijn na hun studie weg.
Maar uiteindelijk zit de echte angel in ons – de moderne mens – zelf. Want wie gaat nog elke maandagavond met het orkest repeteren? Met sport is het net zo; we sporten meer, steeds vaker individueel. En wie gaat er in het orkestbestuur? Vorig jaar is een muziekgezelschap opgedoekt omdat niemand bestuurslid wilde zijn, meldt de Federatie van Amateur-Symfonieorkesten. Steeds vaker worden orkesten ‘projectorkest’. Een groep musici komt gedurende korte tijd bijeen, repeteert één stuk en voert dat uit. Alleen wie de muziek bevalt, doet mee.
Voordat een violist een mooie klank strijkt, is hij vier jaar bezig. Kijk, zegt de vioolleraar, het kind kan ook een elektrische gitaar nemen. Die plug je in de versterker, slaat een snaar aan, en het klinkt vet. Vroeger was de repetitie het uitje van de week, nu concurreren orkesten met alle verleiding in een mobiele telefoon. Net als de elektrische gitaar leveren Insta, YouTube en Netflix onmiddellijke kicks.
De dirigent leidt ook een jeugdorkest. Steeds vaker bellen curlingouders hem op: ‘Ze heeft vandaag niet veel zin.’ En dan, smaalt de dirigent, ‘alsof het een bonus is’: ‘Maar vólgende week is ze er wel!’ En zo vervlakken we onszelf – met steeds minder kwaliteiten die toewijding en volharding eisen.
Gelukkig hebben Aziatische ouders minder moeite om offers van hun kinderen te vragen. In Nederlandse orkesten spelen steeds meer musici van Chinese of Koreaanse afkomst. Kunnen we later nog gewoon naar een concert.