Muziekvakopleidingen krijgen vorm op basis van beleid. Voor HBO opleidingen doet de Vereniging van Hogescholen dat: zij stelden een sectorplan 2012-2016 op en in 2017 verscheen het Opleidingsprofiel met daarin het voornemen om nauw contact te houden met de beroepsgroep. Muziekvakopleidingen implementeren die plannen, maar lukt het ze ook hun studenten zó op te leiden dat zij kunnen aansluiten bij de telkens veranderende beroepspraktijk?  

De BvM wil graag dat professionalisering een plek krijgt in de curricula van de muziekvakopleidingen. De verschillende beroepsverenigingen kunnen daarin een rol spelen, en kunnen ook suggesties doen over hoe de opleidingen beter op de praktijk kunnen aansluiten.

Musici hebben een steeds veranderende, dynamische beroepspraktijk. Zeker de laatste decennia volgen veranderingen elkaar snel op. De BvM vindt het belangrijk dat muziekvakopleidingen een vinger aan de pols houden van het steeds bewegende professionele veld. Omdat de omstandigheden in de cultuursector in 2020 nog onzekerder zijn geworden, dringen we aan op snelle actie en dragen we aanpassingen aan die zowel voor de professie in het geheel, als de flexibiliteit en wendbaarheid van de individuele musici van belang zijn. Het Opleidingsprofiel 2017 stelt een mooie set van competenties voor. De BvM stelt voor enkele punten toe te voegen. Als de opleidingen deze punten mét de competenties uit het profiel in de curricula opnemen, betekent dit een verdere professionalisering van onze toekomstige vakmusici. 

Professionalisering door samenwerking
In de curricula dient professionalisering van het vak musicus een prominentere plek te krijgen. Een muziekvakstudent leert zo inzien dat levenslang leren een onderdeel van zijn/haar professionele leven is. Daaronder valt niet enkel het repeteren en studeren van het instrument, maar zeker ook andere onderdelen, zoals ondernemerschap, netwerken, educatieve aspecten, zoals beschreven in het Opleidingsprofiel. Een belangrijke hulp bij het levenslang leren is de beroepsvereniging. Vaak blijkt dat studenten (en docenten) de weg naar deze verenigingen niet vinden. Voor veel instrumenten, of instrumentgroepen, is er zelfs nog geen beroepsvereniging. Vooral de blazers en slagwerkers zijn na hun opleiding op zichzelf aangewezen. Onderdeel van professionalisering is na- en bijscholing. De BvM pleit voor meer samenwerking op dit vlak tussen de opleidingen en de beroepsverenigingen. Zo kunnen de ervaren professionals hun kennis en ervaring delen met de nieuwe inzichten van de jongeren, en vice-versa.

Ondernemerschap en honoraria
Nog steeds merken we dat net afgestudeerden op het gebied van ondernemerschap nog slecht toegerust zijn. Een voorbeeld daarvan is de hantering van veel te lage tarieven die geen recht doen aan de daadwerkelijk omzeteisen van een volwassen beroepspraktijk. Misschien vindt dit zijn oorzaak in de karige vergoeding die studenten al tijdens de opleiding voor concerten en lessen krijgen. Na diplomering komen velen niet van die lage tarieven los. Ook in honoraria van de uitvoerende musici zit al jaren een neerwaartse spiraal. Soms zijn ook de tarieven van docenten op de conservatoria zwaar onder de Fair Practice Code. Reden om al binnen de beroepsopleidingen aan belangenbehartiging te doen en de Fair Practice Code actief uit te dragen. De BvM kan hierbij verbindend optreden.

Een andere reden van de vaak schrikbarend lage vergoedingen is wellicht ook de enorme hoeveelheid musici die proberen aan het werk te komen, in een sector waar bijzonder weinig overheidssteun is. In het sectorplan 2012-2016 werd aangekondigd dat de hoeveelheid afgestudeerden naar beneden moest. De vraag is of dit is gelukt en of dit in de toekomst nog naar beneden bijgesteld moet worden.

Muziekdoceren als alternatief ondernemingsplan
Tijdens de coronacrisis blijkt dat uitvoerende musici een erg kwetsbare beroepsgroep is. Docerende musici daarentegen blijken een duurzamere beroepspraktijk te hebben
. Betrekkelijk moeiteloos en met veel creativiteit schakelden veel muziekdocenten over op online lesgeven. Veel studenten kiezen traditioneel niet voor het lesgeven. Ze denken dat ze hun leven lang op een podium hun brood kunnen verdienen en dat methodiek- en didactieklessen voor hen geen dus zin hebben. Door studenten te leren ervaren dat je door zelf les te geven ook aan je eigen ontwikkeling werkt, kan de opleiding het belang van deze vakken benadrukken. Ook zou tijdens de lessen didactiek daarom meer aandacht kunnen komen voor leerprocessen en coachingstechnieken waardoor de student ook het eigen leerproces bewust gaat inzetten. Daarnaast is het van groot belang dat de status van de muziekdocent verhoogd wordt: de muziekdocent staat aan de bron van alle talent. Goede muziekdocenten zorgen voor enthousiaste muziekbeoefenaars van heel jong (waaronder toekomstige toptalenten) tot oud; de basis voor een breed publiek nu en in de toekomst. 

Voor afgestudeerden die in de loop van hun uitvoerende carrière besluiten zich op het lesgeven te gaan richten kunnen de beroepsverenigingen een belangrijke rol spelen; in samenwerking met de opleidingen kunnen zij methodische en didactische vakken als cursussen aanbieden. 

Vermogen tot onderzoek en ontwikkeling
In het opleidingsprofiel van de muziekopleidingen staat ook een onderzoekscompetitie vermeld. Op dit punt sluit het profiel aan bij de doelstellingen van beroepsverenigingen. Die willen dat uitvoerende en docerende musici zich op basis van gedegen onderzoek verder blijven ontwikkelen. De beroepsverenigingen nemen graag kennis van de onderzoeken die studenten de laatste jaren deden. Helaas lijken de meeste scripties en andere vormen van onderzoek nu in de lades van de opleidingen te belanden. Reden daarvan zou niet mogen zijn dat het niveau van die onderzoeken niet voldoende is. In het nieuwe sectorplan zouden de eisen en competenties daarover duidelijker omschreven moeten worden. 

Samenwerking
Het BvM-BeroepsverenigingenMuziek gaat graag op korte termijn over deze voorstellen in gesprek met het Netwerk Muziek/Vereniging Hogescholen. Met elkaar kunnen we nieuwe en de oudere musici weerbaar maken in een maatschappij waarin het beroep musicus een kwetsbaar maar vooral ook prachtig vak is.

Willemijn van Gent